Rekenmachine
Selecteer >
Toepassngn
>
Kantoor
>
Rekenmach.
.
Deze rekenmachine heeft een beperkte
nauwkeurigheid en is ontworpen voor
eenvoudige berekeningen.
Als u een berekening wilt maken, voert u
het eerste getal van de berekening in.
Selecteer een functie in de functielijst,
bijvoorbeeld optellen of aftrekken. Voer
het tweede getal van de berekening in en
selecteer =. De berekeningen worden
uitgevoerd in de ingevoerde volgorde. De
uitkomst van de berekening blijft in het
bewerkingsveld staan en kan worden
gebruikt als eerste getal voor een nieuwe
berekening.
Het apparaat slaat de uitkomst van de
laatste berekening in het geheugen op.
Als u de rekenmachine afsluit of het
apparaat uitschakelt, wordt het geheugen
niet gewist. Als u na het openen van de
rekenmachine de laatst opgeslagen
uitkomst wilt ophalen, selecteert u
Opties
>
Laatste resultaat
.
Als u de uitkomst van een berekening wilt
opslaan, selecteert u
Opties
>
Geheugen
>
Opslaan
.
Selecteer
Opties
>
Geheugen
>
Oproepen
om de uitkomst van een
berekening uit het geheugen op te halen
en in een nieuwe berekening te
gebruiken.